Nederlandse banken lenen €82 Miljard

Gepubliceerd op 24 augustus 2020 om 10:08

In juni bleek dat banken in totaal voor meer dan €1300 miljard leenden. Een deel van dat geld werd gebruikt om eerdere leningen af te lossen of te verlengen, zodat er netto ongeveer €550 miljard in de economie kwam.

Nu blijkt dat het vooral banken uit de kernlanden van de eurozone, zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland, de weg naar het ECB-loket wisten te vinden voor deze twee leenprogramma’s. Dat berekende het economisch bureau van Rabobank. Duitse banken leenden gezamenlijk €160 miljard, Franse banken bij elkaar ruim €100 miljard en Nederlandse banken netto €82 miljard. Het daadwerkelijke bedrag dat ze bij de ECB leenden lag hoger, maar een deel ervan werd gebruikt om eerdere leningen af te lossen.

Miljarden geleend

ABN Amro haalde in juni €32 miljard op bij het laatste financieringenprogramma van de ECB. De bank zet het geld van het speciale kredietloket van de ECB ’in alle sectoren’ uit. „En wij gebruiken het ook voor coronakredieten”, aldus een woordvoerder.

Naast kredieten voor klanten uit het midden- en kleinbedrijf, wil ABN Amro de geldpot uit Frankfurt ook aanwenden om over voldoende liquiditeit te beschikken als grote bedrijven hun kredietlijnen volledig willen gebruiken. „De kans daarop wordt groter als het coronavirus langer aanhoudt”, stelt de bank.

Rabobank vroeg in juni €20 miljard aan bij het geldloket van de ECB. De bank wil niet ingaan op de vraag voor welk type klanten en sectoren het geld wordt ingezet. „Dat is vrij divers”, reageert een woordvoerder. ING haalde voor de hele groep €55 miljard op. De bank doet geen mededelingen over de inzet hiervan in landen en sectoren.

De bedragen die werden geleend door banken uit landen met een zwakkere financiële sector, zoals Italië (€54 miljard), Griekenland (€9 miljard) en Portugal (€10 miljard), lagen veel lager.

Ten eerste hebben Duitsland en Nederland een grote financiële sector. Als je deze bedragen afzet tegen de omvang van de financiële sector, dan vallen de verschillen wel mee.”

Bovendien hebben banken uit de zuidelijke lidstaten al flink geleend bij de eerdere ECB-programma’s. Italië was de grootste gebruiker van eerdere leningen. Toen ging het om een bedrag van €200 miljard, oftewel zo’n 30% van het totaal.

Er zit een grens aan het verstrekken van staatsleningen. Het volledig financieren van Italië is verboden.

Geld toe op lening

De voorwaarden waren daarnaast dit keer zo gunstig, dat banken in de kernlanden niet meer achter wilden blijven. Van Geffen: „In het ongunstigste geval kan een bank het geld niet uitlenen en stalt deze het weer bij de ECB. Dat kost 0,5 procentpunt, terwijl een bank 1% aan rente toe krijgt op het geleende geld. Dat is al een marge van 50 basispunten.”

Het is bovendien goedkoper dit geld te lenen bij de ECB dan het op de markt op te halen, dat doet de ECB om te zorgen dat banken geen hogere tarieven gaan rekenen voor leningen op het moment dat de economie in een crisis verkeert.”

De afgelopen jaren heeft de ECB de onconventionele maatregel al vaker gebruikt. De bedoeling van de leningen is zorgen dat de kredietverlening op gang blijft. Zeker in coronatijden is dat van groot belang. De ECB wil voorkomen dat banken hogere tarieven rekenen aan bedrijven of huishoudens die aankloppen voor een lening, omdat dat de economie zou schaden.

Voorwaarde is wel dat ze dit geld weer uitlenen in de reële economie, namelijk aan bedrijven of huishoudens. Maar aan die eis is vrij gemakkelijk te voldoen. Als het leningenboek van banken tussen maart van dit jaar en april volgend jaar niet krimpt, is de kous wat de ECB betreft af.

(Bron DFT.nl)