De Nederlandse economie is door de coronacrisis en de sociale beperkingen in een recessie geraakt. In het eerste kwartaal van dit jaar kromp de economie met 1,7% vergeleken met het laatste van vorig jaar. In het vorige kwartaal was er nog een groei van het bruto binnenlands product van 0,4%. Vergeleken met de cijfers voor de gehele eurozone valt de krimp in Nederland nog beperkt uit.
Het is volgens het CBS de grootste krimp na het eerste kwartaal van 2009, toen het bruto binnenlands product met 3,6% daalde ten opzichte van een kwartaal eerder. De daling van het bbp in het eerste kwartaal is volgens het CBS vooral toe te schrijven aan de lagere consumptie door huishoudens. Zij hebben in het eerste kwartaal 2,7% minder besteed dan in het vierde kwartaal van 2019. De overheidsconsumptie nam met 1,4% af, en de investeringen met 1,1%. Omdat de uitvoer minder afnam dan de invoer, 3,0% vergeleken met 3,5%, droeg de handel met het buitenland per saldo bij aan de groei.
Het is voor het eerst sinds het eerste kwartaal van 2014 dat de economie krimpt. Analisten van de drie grote Nederlandse banken gingen gemiddeld uit van een krimp van iets meer dan 2%. Eerder maakte Eurostat als voorlopig cijfer voor de gehele eurozone een krimp van de economie met 3,8% bekend. Later vanochtend komt het bureau met een nieuwe schatting en komen ook uit Duitsland de cijfers voor het eerste kwartaal.
(Bron FD.nl)