Werkloosheid stijgt veder van 2,9% naar 3,7%...

Gepubliceerd op 20 mei 2020 om 13:48

Door de coronacrisis is de werkloosheid in Nederland sterk toegenomen. Het aantal banen nam nog veel sneller af. De crisis raakt vooral jongeren hard, blijkt woensdag uit de (CBS) over de maand april. Het consumentenvertrouwen nam volgens het bureau in mei niet veel verder meer af.

Het aantal banen daalde in april met 160.000, op een totaal van 9,4 miljoen in maart. Een dergelijke terugval met 1,7% is sinds 2003, het eerste jaar waarvoor deze reeks maandcijfers beschikbaar is, niet vastgesteld. Bij jongeren onder de 26 jaar was de daling met meer dan 104.000 het grootst.

'Dramatische afname'

'Dat is een dramatische afname van het aantal werkenden', zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. 'Het woord “bloedbad” is op zijn plaats. Dit is uniek en kent zijn weerga niet. Het oude record is van 2013 toen het aantal banen in één maand daalde met 46.000. Veel jongeren zijn hun bijbaan kwijtgeraakt of slagen er niet in een bijbaantje te vinden.' In maart daalde het aantal banen ook al, met 17.000, maar bleef de werkloosheid nog vrijwel onveranderd.

In april zijn er nu 41.000 werklozen bij gekomen op een totaal van 314.000 personen, ofwel 3,4% van de beroepsbevolking. In maart ging het nog om 273.000 en 2,9%. Ook hier betreft het volgens het CBS de grootste toename in een maand sinds 2003. Toch is een werkloosheidspercentage van 3,4 historisch gezien nog heel erg laag. De toename met 0,5 procentpunt is geringer dan de plus van 0,7 procentpunt over april in Duitsland.

Consumentenvertrouwen

Het consumentenvertrouwen is in mei niet veel verder meer gedaald, ten opzichte van de tussentijdse meting over de tweede helft van april, die het CBS twee weken geleden publiceerde, is er een teruggang van -27 naar -31. 'En er is een lichtpuntje', zegt Van Mulligen, 'Het oordeel over het economisch klimaat in de komende twaalf maanden staat laag, maar is niet verder verslechterd. En dat geldt ook voor het oordeel over de eigen financiën.'

Op de arbeidsmarkt ontstaat het grote verschil tussen de afname van het aantal banen en de toename van de werkloosheid doordat per saldo 119.000 mensen zich hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt, of hebben nagelaten zich aan te melden als werkzoekende.

Veel forse daling gewerkte uren

De op zichzelf forse daling van het aantal banen, met 1,7%, is nog beperkt in verhouding tot de daling van het aantal gewerkte uren. Dat slonk volgens het Centraal Planbureau, (CPB), in april met 13% ten opzichte van de periode van voor de lockdown.

Van Mulligen gaat ervan uit dat de steunmaatregelen van de overheid voor bedrijven die tijdelijk geen of minder werk hebben 'een groot verschil maakt' waardoor de werkloosheid in verhouding tot de neergang van de economie veel minder sterk oploopt. 'Kwantificeren kan ik het niet, je moet er ook van uitgaan dat ondernemers sowieso hun best doen geschikt personeel zo lang mogelijk in dienst te houden, maar zonder deze maatregelen zou de klap nog veel groter kunnen uitpakken.'

CPB-directeur Pieter Hasekamp zei vorige week in deze krant. In deze omstandigheden zie je normaliter meteen de werkloosheid oplopen, de overheid houdt dit nu met bijzondere beleidsmaatregelen tegen.' Van Mulligen wijst er ook op dat het aantal faillissementen nog nauwelijks toeneemt.

Volgens het CBS blijkt uit de onderliggende stromingen op de arbeidsmarkt dat er in april vooral minder mensen aan de slag gingen die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. Dit aantal daalde van 201.000 in maart tot 119.000 in april. Het betreft dan vaak jongeren die in een (bij)baan startten, terwijl ze in de maanden daarvoor niet op zoek naar werk waren en dus niet werkloos. Ook het aantal baanvinders dat drie maanden eerder wel werkloos was nam duidelijk af, van 94.000 in maart naar 73.000 in april.

Door het forse banenverlies kreeg de nettoparticipatie van mensen tussen de 15 en 75 jaar met werk een harde tik, en daalde van 69,1% in maart naar 67,9% in april.

(Bron FD.nl)