De FED gaat weer bedrijfsobligaties kopen

Gepubliceerd op 16 juni 2020 om 06:42

De Federal Reserve gaat weer obligaties opkopen van Amerikaanse bedrijven. Daarvoor zet de Amerikaanse koepel van centrale banken een noodleningsprogramma in waarmee het tot nu toe alleen geld stak in investeringsfondsen met een beursnotering. Die investeringsfondsen kochten onder meer bedrijfsobligaties op.

De Fed kiest nu dus voor een directere aanpak. Het gebruikte noodleningsprogramma, een van de negen die de Amerikaanse centrale bank sinds maart heeft aangekondigd om de coronacrisis te helpen bezweren, heeft een capaciteit van 250 miljard dollar. Daarvan stak de Fed de afgelopen maanden zo'n 5,5 miljard dollar in investeringsfondsen.

Niet alle obligaties van Amerikaanse bedrijven komen in aanmerking. De uitgevende bedrijven moeten een minimumwaardering van hun kredietwaardigheid bezitten. Ook is er bijvoorbeeld een maximale looptijd voor de obligatieleningen.

 

Het nieuwe beleid van de Fed gaat dinsdag in. Hoeveel obligaties de centrale bank dagelijks inkoopt, is niet bekendgemaakt. De Fed liet bovendien weten dat het tempo teruggeschroefd kan worden als er tekenen zij dat de markt voor bedrijfsobligaties verbetering laat zien. Als er daarna verslechtering optreedt kan het tempo ook weer opgevoerd worden.

De Europese Centrale Bank (ECB) koopt al langere tijd zowel staatsobligaties als obligaties van bedrijven op. Het doel daarvan is om de economie een steuntje in de rug te geven.

De Amerikaanse aandelenbeurzen in New York zijn maandag duidelijk hoger geëindigd. Grote verliezen uit de ochtend waren al halverwege de dag weggewerkt, maar de grote sprong voorwaarts kwam toen de Federal Reserve aankondigde bedrijfsobligaties op te gaan kopen. Eerder maakten beleggers zich zorgen om een mogelijke opleving van het coronavirus, die voor langere economische problemen zou kunnen zorgen. Aan de andere kant waren er bemoedigende cijfers over de productie van Chinese fabrieken en de bedrijvigheid van de industrie rond New York.

De Dow-Jonesindex sloot 0,6 procent hoger op een stand van 25.763,16 punten. De breed samengestelde S&P 500 kreeg er 0,8 procent bij tot 3066,59 punten en techbeurs Nasdaq ging 1,4 procent omhoog, tot 9726,02 punten.

Met name de financiële sector profiteerde. Waar banken als Bank of America, Morgan Stanley en Citibank eerst nog bij de grootste verliezers stonden, sloten ze met plussen tot 2,4 procent. Oliebedrijven als ExxonMobil en Chevron eindigden nog tot 1,3 procent in de min. Zij hebben te lijden onder de olieprijzen die al langere tijd relatief laag staan. De Britse concurrent BP besloot daarom zijn bezittingen met miljarden af te waarderen.

Shopify

Het op Wall Street genoteerde Canadese e-commercebedrijf Shopify steeg 8,5 procent. De onderneming sloot een samenwerkingsdeal met supermarktgigant Walmart (plus 0,3 procent) die daarmee de concurrentie met Amazon verder aan wil gaan. De webwinkelgigant steeg desondanks 1,1 procent.

De Verenigde Staten zouden ook de ban rond samenwerken met het Chinese techbedrijf Huawei willen versoepelen. Huawei zou wel moeten kunnen meewerken aan het vaststellen van standaarden voor het nieuwe mobiele 5G-netwerk. Chipbedrijven Qualcomm en Broadcom stegen tot 1,4 procent.

Moderna

Biotechnoloog Moderna steeg 7,4 procent. Het bedrijf zou gesprekken voeren met Israël over de verkoop van zijn experimentele vaccin tegen het coronavirus.

De euro was 1,1318 dollar waard, tegen 1,1271 dollar toen de Europese beurzen sloten. Een vat Amerikaanse olie werd 2 procent duurder op 37,00 dollar. Brentolie steeg 2,5 procent in prijs tot 39,69 dollar.

(bron iex.nl)